17 feb Arbeidsrechtelijke wijzigingen 2025
Geplaatst op 12:01h in Geen categorie
Het arbeidsrecht wijzigt met enige regelmaat. In 2025 valt de hoeveelheid wijzigingen mee. Hieronder een kort overzicht.
Werken met zelfstandigen
- Dit heeft niemand kunnen missen gelet op de uitgebreide (en soms onduidelijke) berichtgeving in de media: per 1 januari 2025 is het zgn. handhavingsmoratorium opgeheven. De Belastingdienst gaat weer actief handhaven op schijnzelfstandigheid en met terugwerkende kracht correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen opleggen. In het kader van een ‘zachte landing’ zullen in 2025 nog geen boetes opgelegd worden.
- De Belastingdienst kan correcties met terugwerkende kracht alleen doorvoeren tot 1 januari 2025. Voor de periode daarvóór kan de Belastingdienst alleen correcties opleggen bij kwaadwillendheid of onvoldoende opvolging van eerder gegeven aanwijzingen.
- Nog toekomstmuziek, maar het voorstel Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet vbar) zal meer duidelijkheid moeten gaan geven over de vraag wanneer wordt gewerkt als zelfstandige of als werknemer. In het voorstel wordt ook een ‘rechtsvermoeden’ geïntroduceerd waarbij er in geval van een uurtarief van EUR 33 of minder automatisch een arbeidsovereenkomst wordt aangenomen. Het wetsvoorstel is kritisch ontvangen door o.a. de Raad van State en wordt waarschijnlijk nog aangepast. Het is nog niet duidelijk of en wanneer de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het voorstel naar de Tweede Kamer zal sturen.
- Wat te doen? Het is verstandig kritisch (te blijven) controleren of de opdrachtnemers waarmee een overeenkomst bestaat wel echt opdrachtnemers/ondernemers zijn of dat de relatie veel weg heeft van een arbeidsovereenkomst. Vanwege het fiscale risico, maar ook vanwege het risico op bestaan/claimen van een arbeidsovereenkomst door de (nu nog) opdrachtnemer op een moment dat dat deze goed uitkomt (bijvoorbeeld bij ziekte of bij voor de opdrachtnemer onwenselijke beëindiging van de opdrachtovereenkomst). Waar de Belastingdienst heeft aangegeven nog geen boetes op te zullen leggen, kan men in arbeidsrechtelijke zin vorderingen op tafel leggen tot vijf jaar terug. Denk hierbij aan loonvorderingen, vakantiedagen, maar ook vorderingen op basis van toepasselijkheid van een cao en in sommige gevallen (verplichte) pensioenregelingen.
Verhoging boetes illegale tewerkstelling
- Per 1 februari 2025 kunnen werkgevers te maken krijgen met hogere boetes wanneer zij arbeidsmigranten zonder de juiste werkvergunning in dienst hebben. De boetes die de Nederlandse Arbeidsinspectie kan opleggen, kunnen oplopen tot EUR 11.250 per werknemer als een arbeidskracht van buiten de EU zonder de vereiste vergunning aan het werk is.
Voor 2025 staan er verder geen grote wijzigingen op stapel, maar is wel een aantal wetsvoorstellen in voorbereiding die van belang zijn voor werkgevers. Een kort overzicht van de belangrijkste wetsvoorstellen en wijzigingen die verwacht worden:
- Wetsvoorstel Modernisering concurrentiebeding (naar verwacht op zijn vroegst Q4 2025 naar de Tweede Kamer): aanscherping van de regels rondom het concurrentiebeding teneinde meer balans te brengen tussen de vrije arbeidskeuze van werknemers en bescherming van het bedrijf van de werkgever. De essentie van dit wetsvoorstel is dat een werkgever alleen nog een non-concurrentiebeding in kan roepen, als de werkgever daar een vergoeding voor betaalt.
- Wetsvoorstel basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen: verplichte verzekering tegen inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid (verwachting Q3/Q4 2025 naar de Tweede Kamer).
- Compensatieregeling transitievergoeding: voornemen de compensatie bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid te beperken tot kleine werkgevers (< 25 werknemers) (verwachting Q4 2025 naar de Tweede Kamer).
- Wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers: (ingangsdatum op zijn vroegst per 2026) verschillende maatregelen om flexibele werknemers meer zekerheid over hun inkomen en rooster te geven met strengere regels voor tijdelijke contracten om draaideurconstructies te voorkomen. Ook worden oproepcontracten vervangen door contracten met een minimumaantal uren. Daarnaast verkort dit wetsvoorstel de meest onzekere fases van uitzendwerk. Het wetsvoorstel is kritisch ontvangen door de Raad van State.
Bedragen per 1 januari 2025 (minimumloon, transitievergoeding, AOW, etc.)
Tot slot hieronder de aangepaste bedragen voor het minimumloon, de transitievergoeding, etc.
- Minimumloon:
- Per 1 januari 2024 geldt in plaats van een minimummaandloon een minimumuurloon. Het minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder stijgt per 1 januari 2025 met 2,75% naar EUR 14,06 (exclusief vakantiebijslag) per uur.
- Minimumloon (vanaf 21 jaar oud): bij een 36-urige werkweek EUR 2.192,77 per maand; bij een 38-urige werkweek EUR 2.314,59 per maand; bij een 40-urige werkweek EUR 2.437,07 per maand (exclusief vakantiebijslag).
- Maximum dagloon (ten behoeve van ZW, WW, WIA, WAZO, etc.): EUR 290,67 bruto per dag; maximum maandloon EUR 6.322,07 bruto.
- Per 1 juli 2025 wordt het minimumloon opnieuw aangepast.
- De maximale transitievergoeding stijgt van EUR 94.000 naar EUR 98.000 bruto (tenzij een jaarsalaris hoger is).
- AOW-leeftijd: 67 jaar.
- De maximale onbelaste thuiswerkvergoeding wordt verhoogd van EUR 2,35 per dag naar maximaal EUR 2,40 per dag (netto). Ken je een hogere vergoeding toe, dan moet boven het bedrag van EUR 2,40 loonbelasting en sociale premies worden ingehouden.
- De reiskostenvergoeding die werkgevers onbelast aan werknemers kunnen uitkeren blijft in 2025 EUR 0,23 per kilometer.
- Het percentage van de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) gaat omhoog; de vrije ruimte over de eerste EUR 400.000 van de fiscale loonsom stijgt van 1,92% naar 2%. Boven de EUR 400.000 blijft het percentage 1,18% van de totale loonsom.
Vragen? Neem gerust contact op met Marble: info@mllb.nl